Tijdens de bioresonantie analyse worden de natuurlijke en karakteristieke trillingen van individuele celgroepen, weefsels en organen in het lichaam gemeten.
Volgens ingenieur Paul Schmidt, een pionier op het gebied van bioresonantie, hebben ziekten die zich fysiek manifesteren en dus door de conventionele geneeskunde kunnen worden gedetecteerd, gemiddelde frequentiewaarden van minder dan 100 kHz, terwijl het organisme in een veel hoger bereik oscilleert. Als de trillingen in een gezond lichaam permanent worden verstoord, bijvoorbeeld door ondervoeding, allergenen, ziekteverwekkers, stress of traumatische ervaringen, daalt de frequentie in de loop van de tijd en kunnen allerlei soorten ziekten zich manifesteren.
Een bioresonantie apparaat zoekt naar die frequenties die op dat moment niet harmonieus trillen en brengt ze weer in balans. Er is dus regulering in het lichaam door de verstoorde trillingen zachtjes te harmoniseren en het zelfgenezende vermogen van het lichaam te stimuleren.
De bioresonantie analyse wordt uitgevoerd met behulp van fijne detectoren geweven in dekens waarmee het dier in direct contact staat, of met behulp van DNA-monsters (bijv. haar), waarin informatie van de afgelopen 6 maanden is opgeslagen.